Ik schilder gewoon / I just paint
‘Theory has nothing to do with a work of art. Pictures which are interpretable, and which contain a meaning, are bad pictures. A picture presents itself as the Unmanageable, the Illogical, the Meaningless. It demonstrates the endless multiplicity of aspects; it takes away our certainty, because it deprives a thing of its meaning and its name. It shows us the thing in all the manifold significance and infinite variety that preclude the emergence of any single meaning and view.
(Gerhard Richter)
Schilderen vanuit het absolute niets. Zonder gedachte, zonder een vooropgezet plan. Dat kan niet, zegt men. Toch is dat wat Toon doet. Een soort trance. Als Toon aan het werk is, lijkt het alsof de schilderijen zichzelf produceren. Als je zijn atelier binnenkomt voel je het, je stapt in een wereld waar geen tijd en besef van de buitenwereld meer is. Een cocon van creatie. Het enige wat er is, is het doek, de verf en de muziek. Toon versmelt in deze elementen en bestaat zelf niet meer. Kijken, horen en voelen. Toon schildert niet met zijn hand of zijn hoofd maar met zijn hele lichaam: zijn hele wezen is betrokken bij het creatieproces.
(Josephine Sanders)